Even bijkomen...
Een tien dagen verder en veel gedaan, maar waar begin ik in hemelsnaam. Tijd om adem te halen heb ik niet meer tegenwoordig. Ik sliep tien uur per dag en las een boek per week, maar de afgelopen week heb ik mijn boek niet gezien en mijn kussen ook steeds minder
Dag twee was het tijd voor boodschappen. We dachten aan zo'n 150 bananen, 15 liter ijs en 15 pakjes koekjes wel ongeveer genoeg te hebben. Bij de kassa keken ze ons een beetje vreemd aan. Ook de taxi chauffeur (voor vier euro kom je een heel eind hier) dacht dat we gek geworden waren
Interessant is een interessant woord om te gebruiken voor deze ervaring. Een zaal vol met baby's en peuters met niet meer dan de kleren die ze aan hebben en met zijn drieën in een ledikantje (alleen is ook maar alleen). Op diezelfde zaal een paar geestelijk gehandicapte kinderen die ze nergens anders kwijt konden en daar al jaren tussen de baby's lagen. Dan door naar de jongensafdeling. Zakken van tevoren leeg maken en tassen ergens opbergen, want anders ben je je spullen waarschijnlijk kwijt. Een zaal die nog vaag naar urine ruikt vol met stapelbedden met flinterdunne matrasjes. En de jongetjes die door gebrek aan aandacht en dagbesteding van gekkigheid niet wisten hoe ze zich moesten gedragen. Dertig kleine aandachtsorgeltjes die aan je willen zitten, geknuffeld willen worden en je willen laten zien wat ze kunnen (klimmen en klauteren, op handen lopen et cetera). Wat een ontzettend intense drukte heerste daar. Het is moeilijk om je voor te stellen hoe die jongens dat tehuis na een jaar of twaalf met perspectief kunnen verlaten. Bij het uitdelen van de ijsjes en bananen hadden we ineens heel veel vrienden. Heel confronterend hoe je die kinderen met niets een bijzondere dag kunt geven...
Toen we de volgende dag een auto gehuurd hadden konden we op pad. De auto is een soort kruising personenbusje met een grote auto en kan tien personen vervoeren (als alle extra stoelen zijn uitgeklapt, met zes plus bagage is ie comfortabel). Speciaal voor de reis had ik een internationaal rijbewijs aangeschaft dus dan wil je ook waar voor je geld. Inmiddels heb ik zo'n 600 kilometer Hondureense wegen achter mijn kiezen en ik geniet met volle teugen. Inhalen over dubbele doorgetrokken gele strepen, stijle bergpaadjes met grote kuilen, koeien en paarden op de weg, het kan hier niet op. Helaas vind de auto regelmatig van wel en slaat hij om onduidelijke redenen af (de laatste twee dagen nog niet. Afkloppen
De eerste stop op onze tour was Copan Ruinas. Net als de Wadden op de UNESCO werelderfgoedlijst, alleen hebben ze vast meer werk aan het opknappen
Omdat dat Lianne bij Camping Life zo goed bevallen was gingen we de volgende dag een rondje paardrijden in de bergen
Zonder plichtplegingen als kennismaken, namen aanhoren, aaien of zelfs maar even aankijken werden we de pony's (paardjes) opgeholpen en gingen we op pad. Een gids te paard voorop en eentje lopend erachteraan om de dienstweigeraars ‘over te halen' om ook door te lopen Halverwege leek het erop dat een van de pony's weëen kreeg en ging bevallen, dus werd na enige discussie een ander dier gehaald. Achteraf hoorden we dat onze gids op zijn kop had gekregen van de eigenaar, want dat paard had best door kunnen lopen... Soms gaan ze hier toch wat anders met dieren om dan wij gewend zijn. Tijdens onze pauze bovenop de heuvel vloog er ineens een MotmotEerder tijdens mijn reis was ik een nachtje in La Campa geweest (pottenbakkersdorp zonder potten
) En omdat ik het zo'n schilderachtig dorpje vond (en vanwege de hobbelweg erheenVoordat we aan de laatste etappe naar La Campa begonnen gingen we nog snel even eten. In verband met de immer gevulde ziekenboeg (maagpijnen, misselijkheid, hoofdpijnen, diaree, you name it), en omdat ze graag een beetje zeuren, wil er niemand aan de bruine bonen, rijst en met tortillas, dus deze keer werd het pizza. Pizza's in Latijns America zijn heel kleine dure stukjes Italië. Dus bestelden we er de man eentje... Dat hebben we geweten. Dit was de eerste keer in heel lange tijd dat ik mijn bordje niet leeg had (ik kwam maar tot de helft!
) en mijn moeder zat er nog naast ookDe weg naar La Campa is een soort onverhard exemplaar vol met heuvels, bochten, hobbels en kuilen. En inmiddels was het donker. Om het allemaal wat spannender te maken ´verzon´ Li af en toen een paar beren of andere wilde dieren op de weg (meestal waren het paarden). Het hostal viel erg in de smaak bij iedereen. 's Avonds was het weer tijd voor ons dagelijkse potje Dalmuti. Ook Georges is er helemaal los op al moet hij alleen nog leren winnen
Na La Campa zouden we door naar Comayagua met een tussenstop bij een watervalletje dat ik ´ontdekt´ had. Halverwege vroegen we voor de zekerheid even de weg bij een kruising. De mevrouw vertelde dat ik de verkeerde kant op ging en dus reden we braaf de andere weg in. 40 Kilometer later vond ik dat er toch wel veel gras en koeien langs de weg stonden voor een berglandschap. Navraag bij een benzinestation leerde ons dat ik in eerste instantie dus wel goed voorgesorteerd had gestaan
Ze geven je hier dus naast verkeerde afstanden (zie vorige verhaalOnze gids George (Jorge) is ons uitgeleend door een ‘goed doel' met als tegenprestatie dat wij sponsoren. Natuurlijk moesten we dan ook een keertje bij het project zelf gaan kijken. El Eden is een klein, arm bergdorpje. Mensen in kleine modderhuisjes met teveel kinderen en te weinig geld. Het project in El Eden is een kleine kliniek gebouwd waar de dokter met wat hulpjes op dit moment mensen uit zeventien verschillende dorpjes langs krijgt. Het officiële ziekenhuis iets verderop heeft in verband met politieke- en geldproblemen al een jaar geen geld of voorraad gekregen van de overheid dus kunnen ze daar heel weinig uitrichten. De dag voor wij er waren was het tandentrekdag in El Eden. Een groep Amerikaanse tandartsen op missie (veel goede doelen werken vanuit hun kerkgemeenschap) kwam in één dag een paar honderd mensen van gemiddeld zo'n 5-10 tanden afhelpen!
Tijdens ons bezoek aan de kliniek konden Lianne en Josué hun giften (2.000 euro van de Fancy Fair van de Fontein en 15 setjes voetbalkleding) aan dokter Carlos overhandigen. Hij was er erg blij mee en vooral erg geroerd door het verhaal van Lianne haar klas die zo hard gewerkt had om geld in te zamelen. Met een beetje geluk kunnen ze van dit geld een extra verdieping en een dak op de kliniek bouwen...
Na onze afdaling uit de bergen kwamen we terrecht in een prachtig gelegen cabina aan het Lago Yojoa. Hier mochten we een paar dagen ‘tot rust komen' van ons zelf. Bij dat tot rust komen hoort natuurlijk veel natuurschoon, een roeitochtje om vogels te kijken (start 6:30
Daar sta je dan...
En daar sta je dan ´s ochtends om negen uur op een vliegveld in een land dat je je van heel vroeger een beetje herinnerd. Mijn herinneringen waren die van een kind van acht. Mannen met wapens op straat. Dode dieren langs de weg, compleet met de bijbehorende gieren. 100 Sinasappels voor 1 gulden. Chips van bananen. En het toppunt van armoede voor mij op dat moment, het drogen van je schone was op prikkeldraad. Ik ben nu tien dagen verder en behalve dat 1 gulden je niet heel ver meer brengt is de rest, tot op de dag van vandaag, redelijk overeind gebleven...
Het viel me paradoxaal genoeg op dat een hoop dingen me eigenlijk al niet eens meer opvielen. Onafgebouwde huizen zonder meubels en blote kinderen horen nu eenmaal bij het platteland hier. En na Colombia moet een land flink zijn best doen om het aantal gewapende mannen op straat te overtreffen.
Qua grondrechten hebben ze het hier inmiddels helemaal voor elkaar inmiddels. D66 zal hier wel dik in de regering zitten
De overheid heeft een groots plan uitgerold om ieder dorp in Honduras van internet te voorzien via sateliet. Ieder dorp dat ik bezocht heb had op zijn minst één internet café. Het kleinste was zo´n dertig huizen! En natuurlijk heeft iedereen hier een mobiele telefoon. Je kunt hier op meer plaatsen beltegoed kopen dan water! Helaas wil het met de voorziening van schoon drinkwater nog niet zo lukken, dus daar bemoeien hopen met buitenlandse organisaties zich tegenaan.In Marcala liep ik een paar Amerikanen tegen het lijf die zich hiermee bezig hielden. Met Fred kon ik een, vorig jaar gloednieuw opgeleverde, drinkwaterzuiveringsinstallatie (3x woordwaarde) bezoeken. Een verassing voor mij, het gebouw zag er onHondureens professioneel uit. En een grote verassing voor Fred want op het moment dat we langskwamen gebruikten ze hem niet! Het ongezuiverde slootwater werd er zo de watertoren ingepompt. Politieke onwil en incompetentie zorgen ervoor dat de paar chemicaliën die ze moeten gebruiken te laat of niet worden ingekocht. En de bevolking is bruin water gewend en ziet geen reden om te klagen schijnbaar.
Het water wordt in die regio meestal rechtstreeks uit bergstromen gehaald. Mijn reisgids vertelde over een mooie waterval in de buurt van waar ik was. Dus ik in mijn beste Spaans om een routebeschrijving gevraagd op het gemeentehuis. Die was er niet, maar ik had een paar steekwoorden opgevangen en ging het maar proberen. Helemaal gelukt. Alleen wel drie keer zo ver als dat ik na de uitleg dacht
Op een gegeven moment was er een groot ´bord´ op de bergwand geschilderd met ´300 meter tot uitzichtpunt erop´. Hehe, dacht ik, ik ben er bijna. Omdat ik inmiddels wist hoe precies ze hier met hun afstanden zijn ben ik stappen gaan tellen. 1300 stappen in een kilometer dus 400 is 300 meter. Na 400 stappen stond ik precies naast de openlucht vuilstort van het dorp langs de bergwand! Een van de vuilraapsters, een kom oud vrouwtje met een arm vol lege PET-flessen kon me uitleggen hoe ik (nog) verder moest...
Natuurlijk moest ik nog weer twee kilometer verder... en toen nog eens een paar. Maar wanneer je er dan eenmaal staat dan is het de moeite meer dan waard. Geen toeristische trekpleister, maar gewoon nog onderdeel van het landschap en vol met tuinslangen naar alle omringende huizen. 25 meter hoog en zeker 40 meter breed, wat was hij mooi. Helemaal omdat we de vorige avond een paar uur een flinke tropische stortbui te verduren hadden gekregen, dus er was genoeg water voorhanden.
Het contrast tussen die vuilstort en de omringende natuur was vrij fors, maar zo zijn er hier nog een hoop contrasten binnen Honduras. Ik weet zeker dat Nederland er ook vol mee ligt, maar daar vallen ze me niet meer op...
Binnen honderd kilometer rijden ben je van relatief laagland hoog in de bergen. Dat scheelt je behalve het uitzicht ook een jas. ´s Avonds althans, want overdag is het hier overal veel te warm. Vandaag zou het 40 graden moeten zijn. Maar goed dat ik toe nu toe geen getallen had gehoord, dan had ik het nog warmer gekregen
Gelukkig regent het alleen wanneer ik mijn regenjas thuis laat en niet wanneer ik mijn zonnebrand vergeetWanneer je dan die honderd kilometer rijdt dan kom je uit het meest tropische natuurlandschap ineens terrecht in een soort kruising tussen Scandinavië en Curacao
Dan staan er alleen nog maar naaldbomen in het landschap en is het ontzettend blits om van die gouden hoesjes om je voortanden te hebbenDe weg die ik gevolgd heb wordt aangeprezen als de Ruta Lenka. De Lenka zijn een volk dat hier traditioneel gezien vandaan komt. Maar behalve dat er een hoop kleine mensen rondlopen (waar niet in Latijns Amerika?
In contrast met het traditionele is er een enorme hang naar alles dat naar de Verenigde Staten ruikt (VS, want ze wonen namelijk zelf al in Amerika
). Ropa Americana (Amerikaanse kleding) is ongeveer het enige dat er aan kleding verkocht wordt. Ook veel tweedehands volgens mij. En dan kom je leuke dingen tegen. Een jonge vrouw in een T-shirt ´My dad sucks´ (ik denk dat vader er een Latijns Amerikaanse mening over heeft wanneer hij uitvindt wat er staatMaar gelukkig is het eten in de meeste eettentjes is onverminderd Hondureens. Een heerlijke keuken voor mensen die van variëren houden. Het maakt niet uit wat je er in stopt, alles kan, als het maar in de volgende lijst voorkomt; gebakken bruine bonen, witte rijst, advocado, zure room, plataan (banaan, maar dan groot en om te bakken) en kaas. En dan variëren in de portiegrootte met onbijt, lunch en avondeten. Voor wat betreft die kaas heb ik nog wel een tip voor ze. Het smaakt namelijk als Feta die over zijn datum is. En wat doen we om te voorkomen dat Feta bederft. Juist we bewaren het gekoeld en onder (pekel)water... Hier staat het droog te wezen. Gelukkig maar dat je overal kleine tortilla´s (smaken anders dan wraps) bij krijgt om het weg te kauwen
En dan zijn er allerhande varianten op tortillas te maken. Gebakken kleintjes met koolsalade erop, dikke gevulde, dubbelgeslagen grote, opgerolde grote en vast nog veel meer. Ik ben nog niet op de helft met proberen denk ikDe architectuur is in een hoop dorpjes en steden nog sterk beïnvloedt door de koloniale tijd. Erbuiten wordt traditioneel veel gebouwd met gedroogde blokken ´klei met stro´ (of iets dergelijks) en daar maken ze leuke kleine huisjes van. En verder is alles (net als in Zuid Amerika) van beton
Ik moet nog even uitzoeken hoe het bouwen hier precies gaat. Het barst hier namelijk van de half afgebouwde huizen. Mijn gok is dat het bouwen van een huis een weekend project is en heel lang kan duren, maar een hoop huizen zien er niet uit alsof daar echt nog aan gewerkt wordt...Een interessant stukje architectuur was de begraafplaats van Gracias. In Peru had ik me al eens hardop afgevraagd of er op de begraafplaatsen eigenlijk wel ruimte was om tussen de graven te lopen (stijl oorlogsbegraafplaats, maar dan dichter op elkaar
Al deze antropologische bezigheden zorgden ervoor dat mijn tijd rap op raakte. En ineens was het tijd om terug te keren naar San Pedro Sula omdat mijn familie (drie keer scheepsrecht) zijn opwachting zou gaan maken. Dus moest ik met de bus vanuit Santa Rosa de Copan naar San Pedro Sula. Maar er was nog tijd om ´s ochtends een sigarenfabriek te bezoeken. Geweldige rondleiding, het proces duurt in totaal zo´n twaalf maanden en is erg interessant, maar helemaal omdat er zo´n 800 mensen met open mond toekeken hoe ik hem kreeg
Op de parkeerplaats van de fabriek raakte ik in gesprek met een vrachtwagenchauffeur uit Guatamala die stond te lossen en die in 1968 nog eens vijf maanden in Rotterdam had gewerkt. Een half uur later vertelde hij me dat hij onderweg naar Guatamala langs San Pedro kwam en of ik geen lift wilde
Dat was een memorabele rit. Bussen stoppen vaak dus bouwen niet zoveel snelheid op, deze vrachtwagen hoefde niet te stoppen! Twee uur later herkende ik de busterminal van San Pedro en kon ik er langs de kant van de weg uit en ik mocht mijn portomonaie niet eens laten zien!Al die verhalen, en dan heb ik het nog niet eens gehad over de muziek hier, San Marco zijn heiligendag en de kwaliteit van de wegen... Zo meteen richting vliegveld, geld pinnen en mijn eerste Westerse maaltijd in tien dagen (ze hebben er alleen hamburgertenten
Van kippenbus tot business class (en terug)...
Dank voor alle leuke reacties. Ik ben bang dat dit verhaal niet veel korter is geworden. Maar het gaat dan ook over een hele lange tijd en ik beleef nou eenmaal veel hier
Het lijkt erop dat mijn karma aan de beterende hand is. Woohoo. De boot dreef nog toen ik eraf stapte!Let wel, 'beterende hand', niet 'beter'
Playa Blanca is een sprookjesstrand. Wit zand, blauw water, palmbomen, houten huisjes met hangmatten en vers gevangen vis op je bord. En dat paradijsje ligt een kilometer of dertig van
Cartagena. Maar wel dertig heel avontuurlijke kilometers. Eerst een uur in een echte officiële 'kippenbus' (zo'n houten geval dat iedere twintig meter stopt en niet harder gaat dan veertig a
vijftig kilometer per uur heuvel af
Zaterdagochtend was het dan zo ver. Op zoek naar 'onze' boot. Onze kapitein was een Oostenrijker van een jaar of zestig die zo uit Bruno of Allo Allo weggelopen kon zijnHet gezelschap bestond uit wat Australiers, een paar Nederlanders, wat Britten, een Zwitser en nog een Vleugje
Duitsers. Behalve de kapitein was er nog een Colombiaans hulpje en dus zaten we met zijn negentienen in hetzelfde schuitje. Voor het grootste deel waren er cabine's, maar voor zes mensen was de
slaapplaats de kajuit/kombuis. De hangmatten op Playa Blanca hingen al heel gezellig dicht bij elkaar, maar dit keer sliep ik met vier mensen op een groot twee persoons bed. Dat was even
improviseren, maar gelukkig hoefde dat alleen op volle zee, daarna konden we op het dek slapen
De eerste twee dagen van de zeiltocht gaan over open zee dus er waren genoeg zeezieken. Met mij ging het prima totdat ik binnen ging zitten lezenMaar een paar uur het roer vasthouden hielp om de misselijkheid te verdrijven. Overdag had de
stuurman nog iets om naar te kijken, maar toen ik aan de beurt was was sturen een computerspelletje geworden. Ik had een electronisch compas en een plaatje op de GPS om te zien of ik nog op koers
was
Net in bed was er ineens een hoop commotie op het achterdek. Ik hoorde iets over een roer dat stuk was, maar was te gaar om te gaan kijken. De nacht was dramatisch, we werden aan alle kanten
belaagd door de golven, het gebonk was niet van de lucht en we deinden alle kanten op. De volgende ochtend waren de zieken niet veel beter, bleken we zonder roer te zitten en 's nachts tien mijl
een willekeurige richting opgedreven (zonder uitkijk of iets
Na een paar pogingen om het een en ander te repareren, met onder andere een grote wasmand in het water om ons een kant op te krijgen
's Avonds ging er een lijntje over boord om eens te zien of er iets groots wilde bijten. Hoe groot was de verbazing toen er binnen een half uur iets aan hing en iets nogal omvangrijks ook. Een zusterhaai van zo'n 1.70 meter op zijn minst! Fritz ging uit zijn dak, een paar van de jagers vonden het prachtig, maar er was toch wel een groot deel van de aanwezigen die het prima hadden gevonden als we hem (hij bleek twee piemels te hebben) hadden laten gaan. Dat bleek echter niet de bedoeling, alleen hoe dood je zo'n ding? Het arme dier heeft nog best een tijdje geleden ben ik bang. Daarna zijn ze nog tot diep in de nacht bezig geweest met uitbenen en hebben we er twee dagen heerlijk van gegeten.
Om goed te maken dat we twee dagen later vertrokken waren en omdat we zo gezellig waren bood Fritz ons een extra dag tussen de eilanden aan. Dat leek een prima plan, ik had toch al geen tijd
meer om echt iets te doen in Panama of Costa Rica. Dus hebben we nog een dagje tussen de Nederlandse en Duitse pensionados in een baai gelegen en volleybal gespeeld. Het bleek dat de meeste schepen
daar lagen omdat de uitbater van het eilandje het voor elkaar had gekregen om een draadloos internet netwerk te creëerenHet was daar net Benidorm, maar dan op boten
Ons idee was dat Fritz ergens een haventje in zou varen en ons op de bus zou zetten. Dat bleek niet helemaal te kloppen (Fritz was niet zo scheutig met informatie
Het was mijn plan was om door te rijden naar de busterminal, daar een ticket te kopen voor de nachtbus naar Costa Rica en op de terminal op die bus te wachten. Dan in Costa Rica de dag in de
buurt van het vliegveld door te brengen om 's nachts op het vliegtuig te stappen. En toen was de bus vol en was ik genoodzaakt om de volgende ochtend met de bus te vertrekkenEn toen werd het een beetje kritisch qua timing
Omdat ik ineens toch in Panama stad bleef overnachten kon ik weer op zoek naar mijn vrienden van de boot. Van een aantal wist ik in welk hostal ze zaten dus toog ik vol goede moed die kant
op. Omdat ik in een avontuurlijke bui was had ik besloten met al mijn bagage een bus te nemen. Het probleem met deze bussen is dat er geen dienstregeling is, de bestemmingen op de voorkant
geschilderd staan en dat voor een leek (maar ook voor de locals zo blijkt steeds weer
Bij aankomst in het hostal bleken mijn bootvriendinnen de volgende dag in dezelfde bus naar Costa Rica te zitten dus dat was gezellig. Tijdens een korte internetsessie had ik al iets op nu.nl gezien over een vulkaanuitbarsting en problemen met vliegen, maar had dat nooit aan mijn familie gekoppeld. Totdat ik 's ochtends ineens een mailtje van mijn broertje kreeg. In plaats van vrijdag vlogen ze nu pas maandag... Qua timing was het voor mij allemaal te laat om mijn vlucht te annuleren of om te boeken dus toch maar de bus in.
Na een rustige busrit kwamen we maarliefst een uur te vroeg aan op onze bestemming en kon ik met de taxi zo naar het vliegveld. Daar kon ik mooi een paar uurtjes op de grond slapen voordat ik
moest inchecken. Bij het boarden snapte ik ineens waarom ik maar uit zo weinig stoelen had kunnen kiezen. Ik had een business class ticket
Heel bijzonder om ineens in Honduras te zijn na zo´n lange tijd. En heel interessant om mijn kinderherinneringen van een kwart eeuw geleden te vergelijken met de actualiteit. En voorlopig heb ik
daar nog wel even de tijd voor aangezien de rest van de familie, in verband met die vermaledijde vulkaan op IJsland, dus niet op 16 april, niet op 19 april, maar pas op 27 april deze kant op
komt...
Gelukkig hebben we de foto´s nog...
Eenmaal gedwongen een tijdje in Ibarra te blijven besloot ik me dan ook eindelijk maar eens als een toerist te gaan gedragen. Zo bezocht ik San Antonia de Ibarra (dorp bekend om zijn houtsnijwerk) en Otavalo (de grootste markt met ´indianenspul´). En bracht ik een dag tussen de Ecuatorianen door aan Lago Yahuarcocha. Verder ben inmiddels weer een paar interessante maaltijden en snacks verder, al begin ik nog lang niet overal aan
Toen werd het tijd om maar eens wat kilometers te gaan maken. Het plan was om Colombia per bus in iets van een week te doorkruisen. De eerste etappe was de grens over. Met de bus naar Tulcan (drie uur) en dan met bussen en taxi´s de grens over naar het eerste dorp in Colombia. Dat klonk allemaal bere ingewikkeld. Toen ik in Tulcan de bus uit stapte begon er ineens een meneer heel snel Spaans tegen me te praten en wat ik begreep was ´directo par a Ipiales´ maar dat klonk als een goed idee! Dus liep ik vrolijk met mijn tassen achter de meneer aan. Toen hij de busterminal afliep naar iets wat zeker geen officiele taxi was werd ik wat minder enthousiast. Maar goed. Bij de grens kon hij zo doorrijden, alleen was dat niet de bedoeling aangezien ik Ecuador nog uit en Colombia nog officiëel in moest. Daar werd hij niet vrolijk van, want hij moest wachten terwijl ik langs de grensposten liep. Toen ik in Ipiales ook nog eens eisen begon te stellen aan de plek waar hij me uit de auto ging zetten werd hij bijna chagrijnig. Toen hij eenmaal helemaal vast stond in het verkeer in het centrum ben ik maar uitgestapt voor hij boos werd
Vanuit Ipiales met de bus naar Popayan, een rit van negen uur door de Andes. Wat een prachtige uitzichten! Tijdens die rit is het gebrek aan grenscontroles helemaal goed gemaakt door het Colombiaanse leger. Onderweg barste het van de bewaking bij bruggen en checkpoints. Tweemaal moest ik de bus uit om gefouilleerd te worden en mijn paspoort te laten zien. Wat vreselijk ironisch was was dat op de dag dat de metro in Moskou door twee jonge vrouwen was opgeblazen, alleen de mannen de bus uit moesten. De vrouwen konden rustig blijven zitten. De checks waren sowieso een beetje dubieus. De bagageluiken moesten open, de tassen werden gecontroleerd, maar alleen open geritst waar mogelijk. De tassen met sloten werden opzij geschoven
Popayan bleek in de ban van Semana Santa (de week voor pasen) en nationaal bekend om dit fenomeen! Vijf dagen gratis religieuze concerten, urenlange processies en tentoonstellingen van religieuze kunst (de laatsten waren eigenlijk dezelfde houtsnijders van de toeristenmarktjes, maar nu binnen
). Toen de processie de tweede dag alleen in volgorde bleek te verschillen van dag één was het tijd om verder te reizen.De volgende stop was Cali (drie uur). Wereldhoofdstad plastische chirurgie. En volgens de boeken de stad met de mooiste vrouwen van Colombia. Persoonlijk heb ik daar weinig van gemerkt, maar ik heb een theorie. Het schoonheidsideaal is ook hier lang en slank. En wanneer je dan tussen de ´Inca´s´ uit de Andes komt en iedereen ineens tien centimeter langer is lijken een hoop mensen mooier
Inmiddels was het tijd geworden om de hechtingen te laten verwijderen van mijn persoonlijke plastische ingreep
Het hotel staat naast het Politiehospitaal van Cali en de receptioniste van het hotel raadde mij aan me dom te houden en het gewoon daar eens te proberen. Helaas mocht ik er niet in, maar raakte wel in gesprek met een paar ambulancebroeders die buiten stonden. En na een kort gesprekje dachten die wel wat te kunnen regelen, maar dan moest ik wel buiten blijven wachten en cash betalenCali werd in de boeken ook nogal geprezen om zijn dampende stampende nachtleven. Samen met twee Britten heb ik een poging gedaan om dat mee te maken, maar de Salsoteca bleef erg leeg. Helaas is Pasen hier ongeveer groter dan Kerst en lag het hele leven op alle fronten stil. Op goede vrijdag kon ik stilstaand op een zesbaans weg prachtige foto´s maken van het lege asfalt in een van de drukste stukken van de stad. Helaas komt die foto niet terug in een fotoserie, want nog geen half uur later drongen twee heren wel heel erg aan dat ze mijn camera en tas wilden hebben. Daar kon ik geen nee tegen zeggen
Mijn tas was gelukkig niet interessant genoeg, dus die lieten ze vallen. Maar mijn fotocamera hadden ze snel weten weg te gooien of verstoppen voordat ik de politie (na een kort sprintje) in stelling had. Daar gingen mijn plannen voor mijn stadswandeling. In plaats daarvan mocht ik weer uren wachten op politieposten en in mijn beste Spaans uitleggen wat er gebeurd was. De uiteindelijke aangifte was een prachtige A4 gatentekst waarin alleen mijn naam en de gestolen waar op zijn ingevuld. De kopie voor de verzekering moest ik zelf maken in een winkeltje aan de overkant van de straat, want het politiebureau zat zonder stroomGelukkig dat ze mijn tas hadden achtergelaten, want daar zat mijn busticket naar Medellin (tien uur). De buurt van de stad waar ik verbleef was net als in Lima een dure buurt. Wat een verschil met de steden die ik tot dan toe bezocht had. Los van de palmbomen waande je je daar in Europa. Ineens France, Italiaanse, Turkse, et cetera restaurants, veel te dure coktailbars en hopen toeristen. Tijdens ons avondje uit geeindigd in een tent waar ze westerse muziek draaiden. Vast niet de bedoeling, maar wel een verademing na vijf weken van de Spaanse gejengel
Gisteravond in Medellin dus weer op de bus gestapt richting Cartagena (dertien uur). De busreis uit de hel. De semi-luxe bus bleek iets minder semi-luxe dan zijn voorgangers op mijn reis. Ineens zat ik weer ouderwets klem met mijn benen. De muziek bleef de hele nacht aan en verder bleek de airconditioning niet op koelen, maar op vriezen te staan. Alle ramen van de bus waren dan ook helemaal dicht beslagen. Aan de buitenkant! Het uitzicht aan het eind (overdag verdween de condens weer
) maakte wel veel goed. Het is hier richting de kust inmiddels veel vlakker en dat geeft een heel ander landschap. Na mijn busreis mocht ik veertig minuten met de bus richting mijn hotel. Maar omdat ik ergens een straatnaambordje gemist heb werd dat anderhalf uur. Probeer in Nederland maar eens zo´n stadstour te krijgen voor nog geen 70 centOp dit moment heb ik nog een kleine twee weken om in Honduras terrecht te komen. Heerlijk hoe de tijd nu zo´n beetje begint te dringen. Ineens hoef ik me niet meer druk te maken over wat ik allemaal kan doen, maar moet ik gewoon doorreizen
De Elfstedentocht
Nee, is niet vernoemd naar de Elfstedentocht omdat ik inmiddels elf steden bezocht heb of omdat ik eindelijk weer eens een trui nodig had. Nee, het is vernoemd naar een nummer van Herman Finkers. In ´de Elfstedentocht´ laat Finkers zien dat een verhaal pas interessant wordt wanneer het een bepaalde hoeveelheid ellende bevat, maar dat je ook weer niet moet gaan overdrijven
De bus naar Guayaquil bleek een ietwat sleetse, maar erg luxe bus met gigantische royal class stoelen en bergen met beenruimte. Gewaarschuwd door velen voor de lage nachttemperaturen in deze bussen (airconditioning op standje 10) had ik braaf mijn lange broek en een tshirt met lange mouwen aan en mijn fleece trui op standby in mijn tas. En toen bleek de airconditioning stuk
Zittend in die grote hoop met schuimrubber was de nacht was een drama. Maar elk voordeel heb zijn nadeel en omdat ik ook wel onder een dakluik wilde zitten raakte ik aan de praat met mijn Ecuadoreaanse (?) buurvrouw. Met pictionary, woordenboek en veel handen en voeten was de dag zo voorbijDe bus dumpte ons om zeven uur ´s avonds (en dan is het hier aardedonker) ergens midden op straat, dat was wel bijzonder na de mooie busterminal in Lima. Maar samen met wat andere buitenlanders ben ik een taxi in gedoken en naar het eerste hotel uit de Lonely Planet gereden. Mooie kamer voor mijzelf met eigen toilet en douche voor 13$. De volgende ochtend ontdekte ik een klein nadeeltje, het raam gaf geen daglicht
Mijn reisgenoot Carmen bleek lerares te zijn op een basisschool en nog vakantie te hebben en wilde me wel wat van de stad laten zien. De daarop volgende dagen heb ik veel door de stad gewandeld, alle locale specialiteiten gegeten en ben ik helemaal opgenomen in de vriendenclub. Van de vier waren er drie met scholing in Engels, maar ik was de eerste buitenlander op wie ze het ooit konden proberen. Dat was voor alle partijen, toen de eerste schroom overwonnen was, best vermakelijk. Het enige nadeel was dat ik doordat ik Engelse les gaf niet meer zo erg aan mijn eigen Spaanse les toe kwam
Vrijdagavond gingen we naar de disco. Er was de keus uit twee. Een duurdere (voor de heren althans) en een goedkopere. De dames wilden dansen, maar de goedkopere had een optreden van een Argentijnse rockband en Argentino Rock en dansen moest lukken. De rockband bleek een Guns n´Roses coverband
en dus niet erg dansbaar´s Avonds bij terugkomst in Guayaquil, uitgezwaaid door Gustavo, Edwin en Carmen op de bus naar Ibarra gestapt. In Ibarra had ik de naam van een paragliding instructeur en zou ik wat gaan vliegen. In de bus kon ik gelukkig mijn plekje aan het raam ruilen voor eentje aan het gangpad, anders had ik de tien uur waarschijnlijk niet overleefd (volgende keer maar gangpad reserveren
). Paspoort laten zien bij het boeken, tassencontrole bij het instappen, video van iedereen op zijn plek in de bus. Het begon allemaal heel professioneel. Gelukkig begonnen we de volgende ochtend weer mensen van straathoeken op te pikkenErg brak (niet geslapen, bijna 24 uur niet echt gegeten en ineens stukken minder lucht op 2200 meter hoogte) kwam ik aan in Ibarra. Mooi hier! Middenin de Andes, overal waar je kijkt bergen om de stad heen. Bij aankomst was de lucht helemaal helder en zag ik sneeuw! Ibarra is met zijn 120.000 inwoners een dorp vergeleken met Lima 8+ en miljoen en Guayaquil 2+ miljoen. En ook meteen een stuk provincialer. Hier komen ´s ochtends de boertjes uit de omgeving naar de markt met hun bus melk en hun zakken met groente. Veel mensen lopen traditioneel gekleed rond, winkels gaan dicht tussen de middag en ´s avonds al om een uur of acht. En ineens ben ik met mijn twee meter en blanke huid een attractie
en trek aardig wat bekijks (hoewel de jeugd hier ook aardig lang is ondertussen).Omdat ik niet lekker was eerst maar eens een paar uur geslapen. Daarna een rondje door de stad gelopen en de paragliding school opgezocht. Ik kon daar zonder problemen vliegen, de instructeur kent mijn instructeur uit Lima erg goed en de volgende ochtend kon ik beginnen. Om 7:30! Nadat ik tegen achten de hele huisapotheek genuttigd had ben ik gaan slapen. De volgende ochtend was ik waarempel redelijk opgeknapt en dus richting het opstappunt. Achterin een pickup, stuiterend over ´s Heren wegen, de bergen in. Na een half uur heel mooi uitzicht waren we op ons startpunt. Doordat het weer op het moment heel raar is (het is eigenlijk winter, maar vreselijk zonnig en warm). Door dat rare weer was er geen wind en geen thermiek. Die beide dingen zijn eigenlijk nodig om leuk te kunnen vliegen en lang in de lucht te kunnen blijven. Maar we konden wel een mooie afdaling maken langs de berg (we starten 500 meter boven ons landingsterrein). De eerste vlucht verloor ik meer hoogte (er was inderdaad geen thermiek
) dan ik verwacht had en moest ik een veldje eerder aan de grond dan de planning was, maar dat lukte zonder problemen. En nadat ik de bewoners van de aangrenzende huizen gedag had gezegd kon ik zonder problemen richting de pickup wandelen. De tweede vlucht dus maar iets minder rond gespeeld en direct richting landingsterrein waar ik ook mooi getimed aankwam. Alleen was de afronding wat minder. In het kort, ik lande bovenop een prikkeldraad hek Best jammer voor iemand die al drie zomers cursisten uitlegt dat obstakels ontweken dienen te wordenGek genoeg had ik geen pijn en ik zag toch echt dat ik dat wel moest hebben
En nu loop ik hier mijn rondje door de stad en ineens ben ik een nog grotere attractie geworden, want nu ben ik een twee meter lange hinkelende blanke
De achterdeur uit...
(leestip voor mensen met weinig tijd... houd het bij de eerste en laatste alinea
De kogel is dan eindelijk door de kerk. Ik ga Lima na drie weken verlaten
Dinsdag zou ik mijn laatste dag vliegen. Alleen was er niet genoeg wind. Die kende ik nog niet. De rest van het jaar zit ik op Texel op minder wind te wachten
Woensdag was het dan eindelijk zo ver en ging ik mijn laatste vluchten maken. En dit keer vanaf de officiële parapente veldje waar ook alle tandems vertrekken. Ik ben van half twee tot half zes aan het vliegen geweest. Opstijgen, rondje voor de vuurtoren, tot boven alle appartementengebouwen, een paar kilomter langs de kust, weer terug, hoogte verliezen boven zee, landen en meteen weer vertrekken. Uiteindelijk moest ik van Lucho stoppen, anders was ik nu nog steeds bezig geweest Jammer genoeg was mijn camera nog steeds onbruikbaar, want het uitzicht was onbetaalbaar. Tegen het eind met een laag zonnetje achter me de stad rustig tegen de heuvels aan zien liggen zonder alle drukte en herrie is echt heel mooi.Die camera begon me ondertussen toch echt irriteren dus nog maar weer eens een paar winkels af. Helaas hadden ze hier nergens wat ik nodig had, ze verkopen het merk hier nauwelijks en van type en uitvoering hadden ze nog nooit gehoord. Maar een van mijn springvrienden wilde wel met me richting het centrum naar een gigantische overdekte markt. Denk Zwarte Markt in Beverwijk, maar dan kleinere stalletjes en vier verdiepingen hoog ofzo. De eerste verkoper die we vroegen stuurde een mannetje weg en die kwam na vijf minuten terug met een verkeerde batterij, nog maar een keer, en nog een keer... uiteindelijk gaf hij het op. Oeps. Maar gelukkig waren er nog wel een paar andere stalletjes
Bij het tiende stalletje (toen we bijna door de cameraverkopers heen waren) had iemand het idee om er eens een ander merk batterij in te stoppen en wonder o wonder, het werkte. Ik heb nu een Kodak batterij in een Fuji camera. Een lader erbij en klaar was Cas. De lader is nog een interessant geval zonder instructies, met knopjes en alle tekst op de lader in het Chinees (en helaas bleek de Koreaanse op mijn kamer geen Chinees te kunnen lezen). De eerste keer opladen was dus niet helemaal gelukt, maar nu denk ik het te snappenOmdat het inmiddels donderdag was kon ik net zo goed nog even het weekend afwachten en een sprongetje wagen. Vanwege een klein soort luchtvaartfestivalletje op het vliegveld waar gesprongen wordt was er een grote kist van het leger geregeld waar ook burgers gratis uit mochten. Ik had begrepen dat er twintig man in zou gaan, maar het bleken er 45 te zijn
Op de dropzone kreeg ik mijn leenparachute. Dit keer een studentenexemplaar van het formaat waar ik ooit aan begonnen ben
En na een hoop drukte voor een whiteboard waren de groepen gemaakt en de exit-volgorde bepaald en konden we de bus in. We hebben waarschijnlijk niet harder dan vijftig gereden, maar ik was al lang blij dat de motor bleef draaien. De soldaten lagen te slapen en de burgers waren op schoolreisje en enorm blij en luidruchtig.Op het militaire vliegveld moesten we eerst nog langs het hospitaal voor een ´medische keuring´ en een paar stempels. Toen bleek dat de hartslag en bloeddruk voor iedereen binnen de grenzen lagen mochten we op pad. Een Antonov 32 maarliefst. 45 springers aan boord, waarvan zo´n 25 burgers, waarvan 1 buitenlander
De voorzitter van de springclub (Los Angelos Negros, de naam is waarschijnlijk een combinatie van iets met springen en het plaatsje naast het vliegveld) die ook voorzitter van de Peruviaanse springvereniging is heeft schijnbaar nog wel wat moeite gehad om me mee te krijgen. Zo moesten er iemand anders aan de grond blijven omdat ik mee was en vond de commandant van de basis het geen goed idee om buitenlanders mee te nemen. Maar het was gelukt. Ik ging mee in een negenmansformatie. In het vliegtuig kreeg de chef van de militaire groep de piloten zo gek dat we alsnog naar 15.000 voet gingen (zijn chef wilde ons oorspronkelijk maar naar 7.000 voet brengen ). Op 15.000 voet is er alleen niet zoveel lucht (zuurstof) meer en daar moet je dus niet te lang blijven. Gelukkig mochten we eruit voordat onze hoofdpijn problematisch werdInmiddels was het best druk op het vliegveld met toeschouwers. De Finse jongen die eigenlijk ook mee zou springen, maar alle updates gemist had was er ook en hij zou uit een van de kleine vliegtuigjes sprigen. Nou, aan het eind van de dag had hij bijna 6 sprongen! De eerste keer dat hij bijna sprong ging het vliegtuig niet, de tweede keer werd het afgeblazen omdat er een ander vliegtuig zou komen, de derde keer zou er een helicopter komen die uiteindelijk weer een vliegtuig werd, toen stond hij omgehangen bij de helicopter, maar bleek die niet genoeg brandstof meer te hebben, toen waren er nog wat andere schijnbewegingen en gingen de vliegtuigjes ineens weg zonder dat hij zijn voeten van de grond had gehad. Gelukkig had ik me niet aangemeld voor een sprongetje en heb ik maar een sprintje getrokken toen het erop leek dat er plekken in de helicopter waren
Na afloop was er nog erg veel bier over in de kiosk dus ging de prijs omlaag. Van vier, naar drie, naar twee soles voor een biertje. Daar hadden de springers wel oren naar dus was het nog lang onrustig op het vliegveld
Morgen vertrek ik voor een busreis van meer dan 24 uur naar Ecuador. Tenminste dat hoop ik, het meisje bij de busterminal sprak geen woord Engels dus ik hoop maar dat ik niet in Chili eindig
Vliegen, wandelen en wachten...
Afgelopen week is weer een heel avontuurlijke week geweest... ik ben van bergen af gerend, uit vliegtuigen gevallen, heb uren gewandeld, uren op het politiebureau gezeten en ben bestolen (willekeurige volgorde
Maandag begon ik met mijn curus paragliding (parapente). Dat was erg vermakelijk. De eerste dag van een zandduin ergens langs de kust in de middle of nowhere. Dat ging prima. Dinsdag nog een dagje zandduinen (want je gaat altijd twee dagen naar de zandduinen ongeacht hoe goed je bent denk ik
Over landen gesproken... eergisteren vertelde mijn instructeur bij Pachacamac op de heuvel aan een andere paraglider dat ik sprong. Ineens moest ik zondag meekomen naar zijn springclub. Dus stond ik gisterochtend vroeg bij iemand in de huiskamer die ik niet kende, die me meenam naar iemand anders die ik niet kende en nog iemand anders die ik niet kende... Maar alledrie waren ze erg aardig. En de laatste bleek hopen sprongen te hebben en internationaal gezien goed aangeschreven te staan en mensen van Texel te kennen... Op zijn voorspraak kreeg ik bij aankomst op het vliegveldje (stof en stenen) een plaats in het eerste vliegtuig van de dag (en het seizoen, sinds november hadden ze nog niet 1x kunnen springen!) met geleend gloednieuw materiaal van een andere springer... Na twintig minuten klimmen waren we met onze Cessna 172 (courtesy of the Peruvian army) op 7.000 voet en konden we er met zijn drieën uit. Een erg goed gelukte sprong en toen nog een nette landing (Godzijdank
En dat zelfs nog nadat ik vier uur op het politiebureau heb gezeten om aangifte te doen van diefstal
De paden op, de lanen in...
De apies moeten nog even wachten
Mijn tweede dag was ik lekker bijtijds wakker (jetlag) en dus ging ik maar even een half uurtje op en neer naar het strand wandelen voor ik kon ontbijten. Er loopt hier een weg voor de deur langs die op het strand eindigt. Dat kan dus nooit moeilijk zijn. Alleen wanneer je zelf gaat nadenken en alternatieve wegen verzint kan het allemaal wel eens anders lopen (letterlijk). Omdat de wegen hier blijkbaar niet helemaal parallel lopen zag ik kans om, terwijl ik blokjes liep, al mijn refentiepunten te missen en de halve stad te doorkruisen. En geloof me, met meer dan 11 miljoen inwoners is er een hoop stad. Ik begon om half acht en ik was om twaalf uur terug, met de taxi! En die taxi deed er bijna tien minuten over om me terug te brengen! Op zich had ik nog wel even koppig op die blaren verder kunnen lopen, maar die opkomende zonnesteek zat me niet lekker. Maar goed, mijn eerste (en laatste) training voor de Strandzesdaagse zit er alvast maar op moet ik maar denken. Viereneenhalf uur nonstop lopen is toch zo 20 kilometer (23.000 stappen volgens mijn iPod
Na twee nachten kwam er plek op de slaapzaal en ben ik verhuisd. Voor $10 per nacht inclusief een redelijjk ontbijt doe ik niet moeilijk (dat is de helft van mijn huur in Utrecht
). Wat wel jammer is is dat ik nu direct naast de receptie slaap. En dat heb ik van de week wel een paar keer vervloekt toen de halve hostel schijnbaar ´s nachts incheckte en niemand ook maar de minste moeite leek te doen om stil te doen. Ik slaap nu met oordopjes in, die blijven zelfs zitten en het lijkt zowaar te helpen.Door een combinatie van jetlag, temperatuurlag, luchtvochtigheidslag, slaaplag, een paar andere lags en mijn ´zonnesteek´ ben ik de eerste dagen niet verder gekomen dan de bank naast het raam met een boek op schoot. Maar wel een heel cool en leerzaam uitzicht. Zo weet ik inmiddels dat je je ruitewissers omhoog moet doen wanneer je je auto gepoetst wil hebben, dat Peruvianen een heel feestelijk volk zijn en graag zonder aantoonbare reden toeteren
Maar van prijzen snap ik sowieso nog weinig hier. Sommige dingen zijn erg goedkoop, andere net zo duur als in Nederland en sommige dingen zelfs duurder. En ik kan ze niet allemaal verklaren. Zoals gezegd zijn taxiritjes dus bijna gratis. Maar een hamburgermenuutje bij de plaatselijke McDonalds, Burger King of nog plaatselijkere Bembo´s is misschien maar 30% goedkoper dan in Den Helder. En die tenten zitten vol met Peruvianen (een politieagent zou hier zo´n 200 euro per maand verdienen). In de supermarkt betaal je 50 cent voor een kilo verse spinazie, twee euro voor een kilo kaiser broodjes
Zo verkopen ze onder andere ijsblokjes in grote plastic zakken, maar zijn ze iedere keer stomverbaasd wanneer het halve gangpad onderloopt van het lekkende condenswater en loopt er ongeveer iemand achter die klanten aan met een mop
Ze hebben moderne scan kassa´s die vast heel snel kunnen, maar alle boodschappen worden door de kassiere in kleine plastic zakjes worden gedaan en dus schiet het niet op. En zo ongeduldig als iedereen hier in het verkeer is, zo dociel staan ze in de supermarkt in de rij voor de kassa. Het was net zelfs zo dat mensen vijf minuten stonden te wachten op de broodjesweegjongen, dit zonder dat ik iemand actie zag ondernemen om een andere medewerker te tackelen. De oplossing voor al deze drukte is kassa´s en nog meer kassa´s. Voor sommige kassa´s moet je langs andere kassa´s en winkelwagentjes en mandjes blijven verweesd in de winkel achter waardoor het hele gebeuren aan alle kanten vastloopt. Onnavolgbaar. Hierdoor duurde het gisteren meer dan twintig minuten voordat ik de winkel uit kon. Ik begon als vierde in de rij achter nog geen honderd producten?! Iedereen die mij een beetje kent weet dat ik een engelengeduld heb, maar hier begin ik toch bijna een uitzondering voor te makenOm het culturele gehalte van mijn reis een beetje op te krikken ben ik eergisteren met de stadsbustour meegeweest. In een paar uur een rondje centrum met de bus, er halverwege even uit voor een rondleidinkje en met (bewogen) foto´s van alle sights voor het eten weer thuis
Gisteren de hele dag op bed gelegen te hoesten met hoofd- en spierpijn. Geen idee waar dat ineens vandaan kwam. Na mijn ontbijt direct mijn bed weer ingedoken en tot drie uur geslapen en om tien uur geen centje pijn om weer in slaap te komen. Vanmorgen voelde ik me alweer een stuk beter. Dit is ook de eerste dag dat ik een soort van trek in eten heb. Gelukkig maar, want ik moest hard aan de slag. Vandaag was mijn eerste dag paragliding curus